Kloosterstraat 12 - B-8560 Wevelgem - T +3256 20 32 08 - F +3256 20 33 05 - info@fidevan.be

expertise comptable & conseil fiscal

Grootte van de vennootschap

In de wet van 18 december 2015 werd, n.a.v. de Europese Richtlijn 2013/34/EU, de indeling voor de vennootschappen gewijzigd.
Er is naast de bestaande kleine en een grote vennootschappen ook een microvennootschap.

Een microvennootschap is mogelijk wanneer uw boekjaar 01/01/2016 en later begint.

Hieronder een overzicht over de criteria voor de beoordeling van micro/kleine/grote vennootschap (art. 15, §1 en 15/1, §1 W.Venn.).
Er mag niet meer dan 1 criteria overschreden worden.

 

Microvennootschap

Kleine vennootschap

Grote vennootschap

Balanstotaal

≤ 350.000

> 350.000 ≤ 4.500.000

> 4.500.000

Jaaromzet

≤ 700.000

> 700.000 ≤ 9.000.000

> 9.000.000

Werknemers

≤ 10

> 10 ≤ 50

> 50

Voor het boekjaar 2016 wordt de beoordeling uitgevoerd op basis van de jaarrekening 2015.
De boekjaren er na moeten de criteria twee jaar na elkaar beoordeeld worden (art. 15, §2 en 15/1, §2 W.Venn.).
Voor boekjaar 2017 geldt als uw vennootschap in 2016 een microvennootschap was, deze dit in 2017 ook is ongeacht er meer dan 1 criteria overschreden werd in 2016. Slechts wanneer in 2017, net zoals in 2016, meer dan 1 criteria werd overschreden dan wordt de vennootschap in 2018 een kleine vennootschap.

Een microvennootschap mag daarnaast ook geen dochter- of moedervennootschap zijn (art. 15/1, §1 W.Venn.).

 

Belang van de beoordeling

Jaarrekening: grote vennootschappen moeten een jaarrekening volgens het volledige schema opstellen en er moet een commissaris/revisor worden benoemd voor de controle op de jaarrekening. Een kleine vennootschap kan hun jaarrekening neerleggen volgens het verkort schema en de controle ervan gebeurt door de vennoten. Microvennootschappen kunnen hun jaarrekening met beperktere toelichting indienen volgens het micromodel die werd gepubliceerd en die men hier kan terugvinden.

Fiscaal: een microvennootschap kan van dezelfde fiscale voordelen genieten als een kleine vennootschap, zoals o.a. verhoogde notionele intrestaftrek met 0,5%, investeringaftrek van 8% (indien geen gebruik wordt gemaakt van de notionele intrestaftrek), aanleggen liquidatiereserve, geen pro rata beperking van de afschrijving in het jaar van verkrijging van het vast actief, ...
Daarenboven geldt er voor nieuwe microvennootschappen (jonger dan 48 maanden) een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing van 20%, voor kleine vennootschappen is dit 10% (art. 275/10, 4e lid, WIB92).
In 2015 werd in de personenbelasting een belastingvermindering ingevoerd voor wie geld inbrengt in een startende vennootschap (taxshelter), de belastingvermindering voor een inbreng in een microvennootschap is 45%, in een kleine vennootschap 30 (art. 145/26, §3, 6e lid, WIB92).

© HET Reclamebureau